De Metrogroep

In september 1968 werd onze groep opgericht als een scoutinggroep voor lichamelijk gehandicapte meisjes, de “Blauwe Vogels”, naar een verhaal over een gehandicapt meisje. Doordat er in de jaren tachtig steeds minder aanmeldingen kwamen van lichamelijk gehandicapte meisjes, maar steeds meer aanvragen van verstandelijk of meervoudig gehandicapte kinderen, is de Metrogroep langzaam uitgegroeid tot een scoutinggroep voor kinderen met een verstandelijke of meervoudige handicap.

Er zijn in Nederland al meer dan 1500 kinderen met een handicap die meedoen bij scouting. Scouting kan een heleboel voor je betekenen. Invloed hebben op hoe je groeit en op de rest van je leven. Je kunt er nieuwe vrienden maken met wie je veel lol hebt. Bij scouting doe je allerlei activiteiten en samen met anderen beleef je spannende avonturen

“Bij ons zijn we allemaal vrienden van elkaar. Elke 14 dagen spelen we met elkaar en hebben veel lol. Ook moeten we elkaar goed helpen omdat we geen gewone Welpen, Kabouters of Esta’s zijn. We noemen ons welpen, scouts of roverscouts en hebben allemaal een handicap”

Wie zijn lid van de Metrogroep?
Dit zijn veelal de kinderen, die niet meer naar de basisschool gaan in de wijk waarin ze wonen, maar onderwijs volgen op een school, die meer individuele begeleiding biedt en die dikwijls niet in hun wijk, maar “ergens anders” ligt. Het gevolg hiervan is: weinig contact in de wijk. Door de handicap kunnen ze binnen de jeugdclubs in hun omgeving vaak niet optimaal functioneren. Ook zijn er kinderen, waaraan speciale aandacht moet worden besteed, omdat ze medicijnen gebruiken, geen lange afstanden kunnen afleggen, wat luidruchtiger zijn dan andere kinderen, of ander interesses hebben dan het doorsnee lid van zo’n bepaalde vereniging.

De term Blauwe Vogel komt uit een sprookje van de Belgische schrijver
Maurice Maeterlinck.

Maurice Maeterlinck

Het sprookje heet oorspronkelijk l’Oiseau Bleu, wat Frans is voor De Blauwe Vogel. Het sprookje gaat over het meisje Mytyl en haar broertje Tyltyl. Zij zijn op zoek naar de Blauwe Vogel, want van een fee hebben ze gehoord dat ze daarmee hun zieke buurmeisje kunnen genezen. Op hun zoektocht maken ze spannende avonturen mee, maar ze kunnen de Blauwe Vogel niet vinden. Als ze weer thuiskomen, besluiten ze om hun eigen, witte duif aan het buurmeisje te geven. En dan gebeurt er iets merkwaardigs: de duif wordt blauw en het buurmeisje geneest.

De moraal van het verhaal: door iets van jezelf te geven, breng je een ander geluk.